Zelfportret #2


Het zelfportret heeft zich door de eeuwen heen ontwikkeld tot een onafhankelijk beeld dat tegenwoordig zowel op letterlijke als figuurlijke wijze tot uitdrukking komt. De betekenis van het begrip zelfportret heeft zich in de loop der jaren ontwikkeld. Traditioneel gezien werd het zelfportret opgevat als de weergave van de fysieke verschijning van de kunstenaar. Het zelfportret in figuurlijke zin overstijgt de letterlijke representatie van de auteur en bevat veelal metaforen die verwijzen naar zijn persoonlijkheid of de relatie tot zijn omgeving. In abstracte of expressionistische zelfportretten, is het fysiek van de kunstenaar vaak slecht te herkennen of volledig afwezig. De nadruk ligt op de weergave van de persoonlijkheid of psyche van een kunstenaar in plaats van op zijn uiterlijke verschijning. Juist deze figuurlijke opvatting van het zelfportret maakt dat het genre op vele manieren en vanuit vele invalshoeken is te interpreteren.


Mijn werk bestaat voornamelijk uit videoinstallaties. Deze bestaan uit letterlijke of figuurlijke zelfportretten die soms met elkaar worden gecombineerd. In de figuurlijke zelfportretten vormen filmopnames van landschappen een metafoor voor mijn persoonlijkheid. Ik ben in mijn werk op zoek naar de manier waarop ik mijn identiteit met verschillende soorten landschappen kan verenigen. 

Van kinds af aan heb ik een spraakstoornis die een spanning veroorzaakt tussen mij en mijn omgeving, dit is een belangrijk uitgangspunt binnen mijn werk. Daarbij verbind ik het thema van communicatie aan dat van identiteit. Hoe communiceer ik met mijn omgeving? Welke gevolgen heeft dat voor mijn functioneren hierbinnen en in hoeverre is dit functioneren bepalend voor mijn identiteit? Ik ben mijn eigen positie ten opzichte van mijn omgeving aan het onderzoeken. Hoe reageert mijn omgeving op mij en andersom. In mijn videoinstallaties probeer ik een antwoord te vinden op deze vragen en gelijksoortige vragen op te roepen bij de beschouwer.


De videoinstallatie laat in elk letterlijk zelfportret een andere staat van bewustzijn zien. In de eerste plaats fungeert het landschap in deze video als een stoorzender. Dit is een metafoor voor de momenten dat ik stotter tijdens het communiceren met anderen. Het psychologische zelfportret (het landschap) interrumpeert het fysiologische zelfportret op het ritme van de stotter. In de tweede plaats zijn de landschappen een verwijzing naar het bijzondere ten opzichte van de norm. Wanneer iemand bijzonder is ten opzichte van de massa wordt van diegene verwacht dat hij zich aanpast en meegaat met de snelheid waarmee de samenleving zich beweegt.



Pieter Numan,

Rotterdam 2006